e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarten couperen heffen: høͅfə (Oirlo) Een aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart in ieder geval onbekend is [couperen, heffen, afheffen, afkappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten ronddelen delen: dɛlə (Oirlo), geven: gɛvə (Oirlo) De kaarten ronddelen [delen, geven, hangen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten schudden schieten: schiete (Oirlo), schudden: schudde (Oirlo), stoten: stoeete (Oirlo), wassen: wasse (Oirlo) Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kerkgang maken de kerkengang doen: de kerkegang doen (Oirlo) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kerkgang uitzegenen zegenen: zaegene (Oirlo) Het "uitzegenen"bij gelegenheid van de kerkgang [oeszeëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kruisweg bidden de kruisweg bidden: de kruuswaeg bidde (Oirlo) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de laatste voor ploegen (de middenvoor) uitbouwen: yt˱bǫu̯ǝ (Oirlo) De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.] I-1
de middag luiden middag luiden: et luujr middag (Oirlo) Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de mis dienen mis dienen: mis diene (Oirlo) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis doen mis doen: mis doen (Oirlo) De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)] III-3-3