19368 |
eenvoudige of armoedige woning |
keet:
kieët (L216p Oirlo),
krot:
krot (L216p Oirlo),
plaggenhut:
plagge-hut (L216p Oirlo)
|
Een eenvoudige, kleine, soms armoedige woning van hout, riet, stro of plaggen gebouwd (kot, hut, brak, keet, patiek) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21517 |
eenzaam |
alleen:
alliejen (L216p Oirlo),
allenig:
allennig (L216p Oirlo),
kluizen (ww.):
kloeze (L216p Oirlo)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21844 |
eenzaat |
kluizenaar:
kluizenaar (L216p Oirlo)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23709 |
eer aan de vader |
eer zij de vader:
ere zij de vader (L216p Oirlo)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23654 |
eerherstellende communie |
eerherstellende communie (<lat.):
de eerherstellende kemunie (L216p Oirlo)
|
Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
ierlijk (L216p Oirlo)
|
zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22330 |
eerlijk in het spel |
eerlijk:
ierlijk (L216p Oirlo)
|
Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17585 |
eerste baardharen |
duivelshaar:
duvelshäör (L216p Oirlo)
|
baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
de örste kemunie (L216p Oirlo)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24043 |
eerste mis van de neomist |
eerste mis:
örste mis (L216p Oirlo)
|
De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|