32625 |
enkele kunstmestsoorten |
chili:
šili (L216p Oirlo),
kalk:
kalǝk (L216p Oirlo),
kaÿniet:
kai̯ǝ`nit (L216p Oirlo),
super:
sypǝr (L216p Oirlo),
thomasslak:
tǫmǝsslák (L216p Oirlo)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
enten:
einten (L216p Oirlo),
ēntə (L216p Oirlo),
ɛ̄ntə (L216p Oirlo)
|
[RND 10] [SGV (1914)]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
envelop (L216p Oirlo)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
ziekte die aansteekt:
en ziekte die anstaekt (L216p Oirlo)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epistel (L216p Oirlo)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19013 |
er heet aan toegaan |
hem stevig haan zitten:
die han um stevig zitte (L216p Oirlo)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
ereboog:
iereboog (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
processieboog:
presessieboog (L216p Oirlo)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
24046 |
ereboog voor de jonge priester |
ereboog:
iereboog (L216p Oirlo)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
ereboog:
iereboog (L216p Oirlo)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
erfenis (L216p Oirlo)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|