e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koor koor: kour (Oirlo) koor [SGV (1914)] III-3-3
koorbank koorbank: koerbank (Oirlo) Een koorbank: bank in het koorgestoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorhemd koorhemd: koerhemd (Oirlo), superplie: superplie (Oirlo) Het korte witte kleed dat de priester over zijn toog draagt [rochet, superplie, koorhemd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorkap koorkap: koerkap (Oirlo) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorstoel koorstoel: koerstoel (Oirlo) Een koorstal of koorstoel: zetel of zitplaats in een koorbank van het koorge-stoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorts koorts: koarts (Oirlo), kurts (Oirlo) koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2
koorzanger zanger: zenger (Oirlo) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kopen kopen: koupen (Oirlo) koopen [SGV (1914)] III-3-1
koper koper: kuǝpǝr (Oirlo) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11
koperslager koperslager: kuǝpǝrslē̜gǝr (Oirlo  [(verouderd)]  ), kōpǝrslē̜gǝr (Oirlo), pompenmaker: pōmpǝmē̜kǝr (Oirlo) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11