33572 |
pompoen |
pronkappel:
proonkáppel (L216p Oirlo)
|
pompoen
I-7
|
31639 |
pompzwengel |
pompenzwengel:
pōmpǝzweŋǝl (L216p Oirlo)
|
Een met de hand te bedienen hefboom die door middel van de zuigerstang de pompzuiger op en neer doet bewegen. Zie ook afb. 240. Met het woord ɛijzerwerkɛ (izarwerak) werd in L 423 het geheel van alle metalen onderdelen aangeduid die nodig waren om de zuiger in beweging te brengen. Het ijzerwerk bestond behalve uit de pompzwengel ook uit de ɛstoelɛ (sto:l), de ondersteuning van het scharnierpunt van de pompzwengel, en de passant (pasant), een uit twee metalen plaatjes vervaardigd overgangsstuk dat de scharnierende verbinding vormde tussen de pompzwengel en de zuigerstang. Het hele ijzerwerk was gemonteerd op een houtenplank, de pompenplank (pompzplayk).' [N 64, 133n; N 66, 49n; monogr.]
II-11
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
ponton (L216p Oirlo)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20458 |
pooier |
pooier:
pooier (L216p Oirlo)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19474 |
pook |
kachelhaakje:
káchelhökske (L216p Oirlo),
pook:
poeëk (L216p Oirlo),
rakelijzer:
raokeliēzer (L216p Oirlo),
rōͅkəlīzər (L216p Oirlo)
|
kachelpook || kachelpookje || pook [SGV (1914)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǭrt (L216p Oirlo)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
24904 |
poosje, tijd |
stoot:
Vb. dat duurt nog enne stoeët, vurdat wij vertrekke.
stoeët (L216p Oirlo)
|
poosje, tijd
III-4-4
|
17953 |
pootjebaden |
waden:
waaje (L216p Oirlo)
|
lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
pòp (L216p Oirlo),
pôp (L216p Oirlo),
popje:
pupke (L216p Oirlo),
wijfje:
wiefke (L216p Oirlo)
|
vrouwelijk vogeltje || vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] || vrouwtjesvogel
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poppenkast:
kinderen
poppekast (L216p Oirlo),
poppentheater:
volwassenen
poppentheater (L216p Oirlo)
|
De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|