e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stam van de boom boomstam: boeëmstám (Oirlo), knoest: knoest (Oirlo), stam: de stam (Oirlo) boomstam || boomstam, ruige — || Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)] III-4-3
stam van de knotwilg poest: poest (Oirlo), stam: stam (Oirlo) De stam van de knotwilg. [N 82 (1981)] || knotwilgstam [DC 13 (1945)] III-4-3
stamppot potage: petázzie (Oirlo), pótázzie (Oirlo), stamp: (dit houdt meestal in dat er iets onder de puree gemengd is).  stamp (Oirlo), Syst. WBD  stamp (Oirlo), stamppot: Syst. WBD  stampot (Oirlo) puree [stamp, stoemp] [N 38 (1971)] || stamppot || Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
stamppot met stokvis pratmoes: pratmoes (Oirlo) soort stamppot III-2-3
stamppot spruiten spruitenmoes: sprutemoes (Oirlo) stamppot van spruiten III-2-3
stamppot witte kool witmoes: witmoes (Oirlo) (stamppot van) gekookte witte kool III-2-3
standbeeld standbeeld: stanbê.lt (Oirlo) standbeeld [RND] III-3-2
standerd standerd: standǝrt (Oirlo) De zware verticale houten balk waar de vierkante romp of molenkast van de standerdmolen op rust. Zie ook afb. 12. [N O, 42a; A 42A, 90; Sche 12] II-3
standerdmolen standerdkast: standǝrtkast (Oirlo) Vierkante, houten windmolen die om een zware verticale spil kan draaien. Zie afb. 6 en 13. Het woordtype gesloten standerdmolen (l 330) verwijst naar een standerdmolen waarbij het onderstel met planken is afgedekt waardoor een bergruimte ontstaat. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32a; A 42A, 52; Sche 3; A 42A, 93] II-3
station halte: halte (Oirlo), statie (<lat.): statie (Oirlo) de plaats van aankomst en vertrek van treinen [station, statie, halte] [N 90 (1982)] III-3-1