17738 |
stinken |
ruiken:
den ruukt (L216p Oirlo),
stinken:
den stinkt (L216p Oirlo)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
31693 |
stobbe |
boks:
boks (L216p Oirlo),
poest:
pust (L216p Oirlo),
stobbe:
stub (L216p Oirlo)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
19708 |
stoel |
stoel:
stul (L216p Oirlo),
Enne goeje sto‰l getroffe hebbe: lang wegblijven Vur stuËl en baenk praote: voor een lege zaal/ voor een minimum gehoor spreken
stoēl (L216p Oirlo),
zit:
Is \'r genne zit mèr
zit (L216p Oirlo)
|
stoel [SGV (1914)]
III-2-1
|
23437 |
stoelen op het priesterkoor |
koorstoelen:
koerstoel (L216p Oirlo)
|
De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21226 |
stoep |
stoep:
stoep (L216p Oirlo),
trottoir:
vroeger waren er geen trottoirs
trottoir (L216p Oirlo)
|
stoep [SGV (1914)] || stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
19857 |
stoep, trottoir |
stoep:
stoep (L216p Oirlo)
|
stoep [SGV (1914)]
III-2-1
|
18775 |
stof |
stof:
stof (L216p Oirlo)
|
stof [SGV (1914)]
III-2-1
|
19870 |
stof afdoen |
schoonmaken:
schónmake (L216p Oirlo)
|
ontdoen van stof/ongeregeldheden
III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
stoffen:
stôffe (L216p Oirlo),
stöffen (L216p Oirlo)
|
Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] || stoffen (ww.) [SGV (1914)]
III-2-1
|
24928 |
stof, zandx |
stof:
stof (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo)
|
stof [SGV (1914)]
III-4-4
|