e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stofblik blik: blek (Oirlo), bleͅi̯k (Oirlo), blik (Oirlo), dreksblik: dreksblék (Oirlo), keerblik: kaerblék (Oirlo) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || blik [de meid heeft \'t met een - opgeveegd] [SGV (1914)] || stofblik III-2-1
stoffen pantoffel slof: sloffen (Oirlo), slôffen (Oirlo) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen stok: mit de stok kriege (Oirlo) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokroos stokroos: stok-roeës (Oirlo) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1
stokvis stokvis: stokvis (Oirlo) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola stola (lat.): stola (Oirlo), stool (<lat.): stool (Oirlo) De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
stollen stijf worden: stief werren (Oirlo) stollen [SGV (1914)] III-4-4
stolp kaasstolp: kieësstölp (Oirlo), kiës-stolp (Oirlo), stolp: stulp (Oirlo) kaasstolp [N 20 (zj)] || stolp [SGV (1914)] III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: stolp (Oirlo) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stomdronken beladen: bəlāi̯ə (Oirlo), kanonzat: knònzat (Oirlo), pinzat: penzat (Oirlo), De prËver was pinzat en zaat pinvol mit wáchelewater  pinzat (Oirlo), poepzat: poepzat (Oirlo), schijtzat: schietzat (Oirlo), sxit˃zat (Oirlo), smoorzat: smōrzat (Oirlo), smorendzat: smōrənt˃zat (Oirlo), stomzat: stòmzat (Oirlo), strontzat: strōͅnt˃zat (Oirlo) smoordronken || stomdronken III-2-3