e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tabakspruim pruim: De riepe proeme zien geplòkke: er is niet veel meer te halen Dn ieëne plânt dn boeëm, ennen ândere plukt r de proeme van: niet alle werk levert direkt resultaat op  proem (Oirlo), pruimpje: pruumke (Oirlo, ... ), pruimtabak: proemtebák (Oirlo) plukje tabak || pruim (tabak) || pruimtabak, tabak om te kauwen || pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap oliepaadje: òlliepedje (Oirlo), tabakssap: tebákssáp (Oirlo) bruin tabaksspoor dat vanuit de mondhoeken naar beneden loopt bij mensen die pruimen || tabakssap III-2-3
tabakszak buil: papieren zak  buul (Oirlo), tabaksbuil: tebáksbuūl (Oirlo) tabaksbuil || tabakszak III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabernakel (Oirlo) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: toafel (Oirlo), toͅfəl (Oirlo), De schóllieëre en de klaerke zien te voel um te waerke, már asse gro‰pe werre um te aete, zien ze \'t uurst án toffel gezaete Van \'n moj toffel kunde nie láng aete: De schoonheid of het uiterlijk is niet bepalend voor de kwaliteit  toffel (Oirlo) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelblad tafelblad: toffelblat (Oirlo) tafelblad III-2-1
tafelgebed bidden voor het eten: bidde vur et aete (Oirlo) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tafelkleed overkleed: aoverklieëd (Oirlo), tafelkleed: toffelklieëd (Oirlo), tafelloper: toffelloeëper (Oirlo) tafel- of vloerkleed dat over een ander ligt || tafelkleed || tafelloper III-2-1
tafellaken tafellaken: \'t Toffellake dursneeje: met niemand iets van doen willen hebben Te klaen vur toffellake, te groeët vur \'n servet  toffellake (Oirlo) tafellaken III-2-1
tafelmes tafelmes: en koëlschaaf: om kool te snijden  toffelmes (Oirlo) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1