20746 |
tulband |
cake:
Syst. WBD
keek (L216p Oirlo),
tulband:
Syst. WBD
tulband (L216p Oirlo)
|
Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19466 |
turf |
turf:
törf (L216p Oirlo)
|
(Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20116 |
turfmolm |
gemul:
gemul (L216p Oirlo),
gǝmøl (L216p Oirlo)
|
[SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enquête S samengevoegd met de opgaven van de enquêtevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enquêtes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24]
I-7, II-4
|
21491 |
tussenpersoon |
vertegenwoordiger:
vertèggewoerdiger (L216p Oirlo)
|
een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21618 |
twee centiem |
twee-centiemstuk:
twieje centiemstuk (L216p Oirlo)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
32960 |
tweede grasoogst |
nagras:
nǭgras (L216p Oirlo)
|
Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b]
I-3
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
kleppen:
het kwartier luiden met de angelusklok
et klept (L216p Oirlo)
|
Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21648 |
tweede verkoping |
afmijnen:
afmijne (L216p Oirlo)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20427 |
tweeling |
tweeling:
twelling (L216p Oirlo)
|
tweeling
III-2-2
|
26481 |
tweetakrijn |
tweetakrijn:
tweetakrijn (L216p Oirlo)
|
Balanceerrijn of vaste rijn met twee rijntakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛvast werkɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15c; Vds 140; A 42A, 21; N O, 15b]
II-3
|