28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vureŋ (L216p Oirlo),
vūreŋ (L216p Oirlo)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
28326 |
voerman |
voerman:
vurman (L216p Oirlo)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
21134 |
voertuig |
voertuig:
voertuig (L216p Oirlo)
|
de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25256 |
voerzak, maat voor rogge |
voerzak:
(bijwoordelijke uitdrukking).
voērzák rog (L216p Oirlo)
|
inhoudsmaat van ± 90 liter = ± 60 kg. rogge
III-4-4
|
17777 |
voet |
voet:
voet (L216p Oirlo),
vuut (L216p Oirlo)
|
voet [SGV (1914)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
25309 |
voet, maat van 0,28 m |
voet:
enne voet (L216p Oirlo),
vuut (L216p Oirlo)
|
de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19486 |
voetbankje |
voetenbankje:
voētebaenkske (L216p Oirlo)
|
voetenbankje
III-2-1
|
23373 |
voetenbankje add. |
knielbankje:
knielbaenkske (L216p Oirlo)
|
Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21199 |
voetganger |
voetganger:
voetgenger (L216p Oirlo)
|
een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33732 |
voetgangershek |
haspel:
haspǝl (L216p Oirlo)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|