e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwermen zwermen: zwɛrmǝ (Oirlo) Het verlaten van korf of kast van een deel van het bijenvolk onder aanvoering van een koningin. Zij gaat een nieuw volk vormen. Een dag of acht, negen, voordat de nieuwe moer of koningin uit de koninginnecel komt, verdwijnt de oude moer met een deel van het volk. De moer wordt door de werkbijen wat meer voor het vliegen geschikt gemaakt door haar enorme legtempo wat te temperen. Dit doen ze door het eiwitrijke voedsel, dat de moer anders krijgt, wat te minderen. Het zware achterlijf slinkt dan in en de moer krijgt krachten om de vleugels te kunnen uitslaan of anders gezegd om te kunnen zwermen. [N 63, 29a; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 99; monogr.] II-6
zweten zweten: zweiten (Oirlo), zwiëte (Oirlo) zweten [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-2
zwezerik zwezerik: Syst. WBD  zwezerik (Oirlo) Zwezerik (sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
zwijgen zwijgen: zwiegen (Oirlo) zwijgen [SGV (1914)] III-3-1
zwoegen hard werken: hard weireke (Oirlo), knuren: knūre (Oirlo), piezakken: piezákke (Oirlo), ploeteren: ploetere (Oirlo), poejakken: volgens auteurs is het een var. op piezakke; mar.: deze variatie is niet terug te vinden in reg. (dialect)woordenboeken  poejákke (Oirlo), sloven: sloeëve (Oirlo), woelen: wule (Oirlo), wūle (Oirlo), zich druk maken: zich druk make (Oirlo), zich weren: zich waere (Oirlo) armzalig hard werken zonder veel resultaat || hard werken || hard werken [zwoegen, wroeten, adammen, muiken, ploeteren, trimmen, porren] [N 85 (1981)] || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] || zwoegen (hard werken) [SGV (1914)] III-1-4
zwoord spekzwaard: spekzwaard (Oirlo), Syst. WBD  spekzwaard (Oirlo), zwaard: zwaard (Oirlo), zwaa‧rd (Oirlo), Stukskes gebakke zwaard zien lekker  zwaard (Oirlo), zwoerd: Syst. WBD  zwoerd (Oirlo) De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)] || spekzwoerd || zwoerd || zwoerd (van spek) [N 07 (1961)] || zwoord (spek~) [SGV (1914)] III-2-3
één frank frank: enne frang (Oirlo) 1 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1