e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
filter in de melkzeef zijdoekje: zidø̄kskǝ (Oirsbeek) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
fladderen fladderen: fladdere (Oirsbeek) fladderen op gebrekkige wijze of bij korte beurten vliegen, gezegd van jonge vogels (flodderen, plodderen, plodden, vluggen, flaggeren, floddervleugelen) [N 83 (1981)] III-4-1
flauw flauw: flauw (Oirsbeek), laf: laf (Oirsbeek) niet zout of hartig smakend (meeps, laf, flauw, flets, fleps) [N 91 (1982)] III-2-3
flauwvallen flauwvallen: flauw vallə (Oirsbeek), kwalijk vallen: kaolik vallə (Oirsbeek) zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)] III-1-2
flensje flensje: flensjə (Oirsbeek), flenskə (Oirsbeek), struifje: sjtruufke (Oirsbeek), viezel: viezel (Oirsbeek) flensje [SGV (1914)] || flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
flets gelp: gelp (Oirsbeek), pips: pips (Oirsbeek, ... ) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] || geepsch (kwipsch) [SGV (1914)] III-1-2
flikflooien heimschen (rh.): heemsche (Oirsbeek) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
flink; flinke persoon flink: flink (Oirsbeek), ijverig: īēfertig (Oirsbeek), pak-aan, een -: ene pak-aan (Oirsbeek) flink: U loopt nog - voor iemand van uw leeftijd [DC 39 (1965)] || geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Oirsbeek, ... ) fluim [SGV (1914)] || fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen fluimen opgeven: flumen opgaeve (Oirsbeek), fluimen uitwerpen: flumen oetwerpe (Oirsbeek) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2