e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gehurkt zitten op de hukken zitten: op de hakke zitte (Oirsbeek), op de huuke zette (Oirsbeek), op de huuke zitte (Oirsbeek), op de huuke zitten (Oirsbeek) hurken [SGV (1914)] || hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] || hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
geit geit: gēt (Oirsbeek), gęi̯t (Oirsbeek) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
gek gek: gek (Oirsbeek) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken spa (du.) maken: sjpas máákə (Oirsbeek) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkehoes (Oirsbeek), gekkenoes (Oirsbeek) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
gekneusd geblutst: ideosyncr.  geblutst (Oirsbeek) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
geknotte wilg kopwijde: kopwie (Oirsbeek) de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] III-4-3
gekookte hersens harren: Hersens die gebraden werden, heten de harre.  harre (Oirsbeek) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart spinnenwevertje: sjpennewaeverke (Oirsbeek), etym.aant.  sjpènnewaeverke (Oirsbeek) gekraagde roodstaart || gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)] III-4-1
gekruld haar gekruld haar: gekröld haor (Oirsbeek) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1