e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heen en weer draaien draaien: dreejə (Oirsbeek, ... ) Heen en weer draaien (drispelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heen en weer schuiven wiebelen: wiebelə (Oirsbeek) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heer heer: hi.ər (Oirsbeek) heer [RND] III-3-1
heermoes paard(s)staart: pɛsštart (Oirsbeek) Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.] I-5
hees, schor gaars: gaasch (Oirsbeek), hees: heesj zin (Oirsbeek) hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
hefhout, hulpstaart staart van de ploeg: štart ˲van dǝ plōx (Oirsbeek) De houten steel die men gebruikte om de ploeg op te tillen, werd gestoken tussen de knecht en de ploegboom of door een metalen beugel bij het snijpunt van ploegboom en ploegstaart. In sommige gevallen was deze steel blijvend met de ploeg verbonden d.m.v. een strak gespannen touw tussen die steel en de ploegstaart. Op deze wijze ontstond er een tweede staart. De ploeg kon nu met beide handen bediend worden en was beter bestuurbaar. In andere gevallen was er geen vaste, met de ploeg verbonden hulpstaart, maar werd de ploegstok daarvoor aangewend. Blijkens de verstrekte gegevens was dit het geval in: K 278, 314, 353, L 163, 163a, 215, 244c, 268, 270, 286, 295, 312, 314, 321, 322, 324, 328, 364, 374, 416, P 175, 176, Q 20, 97, 111, 111x, 162 en 204a. Voor de benamingen van deze steel in de vermelde plaatsen zie men het lemma ploegstok. [N 11, 36] I-1
heggenmus heggenmus: haĕggemöš (Oirsbeek) Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heibezem heibezem: heej-bessem (Oirsbeek) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heilig heilig: heelig (Oirsbeek) heilig [SGV (1914)] III-3-3
heimelijk tekens geven klikken: klikke (Oirsbeek) Heimelijk tekens geven bij het kaarten [blikken]. [N 88 (1982)] III-3-2