e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mondvol bof: #NAME?  boef (Oirsbeek), mondvol: moentjvol (Oirsbeek), slok: #NAME?  sjloek (Oirsbeek) de hoeveelheid vloeistof of voedsel die men in één keer in de mond kan nemen [mondvol, moffel] [N 91 (1982)] III-4-4
monnikskap monnikskap: monniks kap (Oirsbeek) Monnikskap (aconitum napellus). De bloemen zijn licht- of donkerblauw, soms ook wit of blauw met wit, groeien in dichte trossen. De wortel bestaat uit twee aaneen gegroeide bietvormige delen. De gehele plant is zeer vergiftig, voor de mens zelfs de honing [N 92 (1982)] III-4-3
mooi pratend het paard op de nek kloppen prijzen: prīzǝ (Oirsbeek) [N 8, 103e] I-9
mooi, helder weer fijn weer: fein (Oirsbeek), schoon weer: schooən waer (Oirsbeek), sjōen (Oirsbeek), sjáon wéér (Oirsbeek) mooi weer zijn, gezegd van het weer [weren] [N 81 (1980)] III-4-4
moot vis stuk vis: sjok vösj (Oirsbeek) moot; Hoe noemt U: Een snede vis (moot, mook) [N 80 (1980)] III-2-3
mopperen foeteren: foeterə (Oirsbeek), fŏĕterə (Oirsbeek), mompelen: mompelə (Oirsbeek), moomelə (Oirsbeek), uitfoeteren: ōētfŏĕterə (Oirsbeek) binnensmonds mompelen, gezegd van iemand die kwade zin heeft [morren, mompelen, mommelen, mopperen] [N 87 (1981)] || zijn ontevredenheid kenbaar maken [mopperen, preutelen, bobbelen, foeteren, grutten, gruizen, grijzen, kijven, kekelen, mökkelen] [N 85 (1981)] III-1-4
morgen, maat van ongeveer 8000 m2 morgen: mörgə (Oirsbeek) de maat die een oppervlakte aangeeft van ongeveer 8000 vierkante meter [morgen] [N 91 (1982)] III-4-4
morgengebed morgengebed: murgegebêt (Oirsbeek) morgengebed [SGV (1914)] III-3-3
morsen murksen: morksə (Oirsbeek) Morsen: met vuiligheid knoeien (morsen, mozen, mossen, mosselen, plorren, meggelen, mekkelen). [N 84 (1981)] III-1-2
mossel mossel: moeschel (Oirsbeek, ... ) mossel [SGV (1914)] III-2-3