e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reiken naar get krijgen: get kriege (Oirsbeek), pakken naar: get pakke (Oirsbeek) reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
reis reis: rees (Oirsbeek, ... ) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reischaaf reischaaf: rīšāf (Oirsbeek) Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.] II-12
reiskoffer koffer: koffer (Oirsbeek, ... ) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)] III-3-1
reizen reizen: reezə (Oirsbeek), rezə (Oirsbeek) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rekening rekening: in rêkening schikke (Oirsbeek) sturen [een rekening ~] [SGV (1914)] III-3-1
rekruut rekruut: rekruut (Oirsbeek) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1
remschijf kettingschijf: kɛteŋšīf (Oirsbeek  [(Emma)]   [Wilhelmina]), omkeerschijf: ǫmkēršīf (Oirsbeek  [(Emma)]   [Eisden]) De schotelvormige schijf van de remschijftransporteur die zorgt voor het afremmen van de kolen of stenen. [N 95, 662] II-5
remschijfketting jojoketting: jōjōkɛteŋ (Oirsbeek  [(Emma)]   [Domaniale]) De transportketting van een remschijftransporteur. [N 95, 663] II-5
remschijftransporteur jojo: jōjō (Oirsbeek  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Een soort remmende transporteur voorzien van een ketting met schijven voor het vervoer van kolen in steile en halfsteile lagen van boven naar beneden. De ketting beweegt door halfronde of hoekvormige goten naar beneden en remt door middel van schijven het te vervoeren materiaal. Een invuller uit Q 121 schrijft over de opgave "kandeltoer" dat dit op de Domaniale mijn halfronde platen waren van ongeveer 2 meter met aan de zijkant een ronde buis van 15 cm doorsnee waardoor de stuwketting naar boven werd getrokken. [N 95, 615; N 95, 661; monogr.] II-5