e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleier kontenkruiper: kontje kroeper (Oirsbeek), vottenkruiper: vottekruuper (Oirsbeek) een persoon die graag vleit [zie vraag 365] [bloksleep, bloksleper, fleerbaard, kontekruiper, mouwveger] [N 85 (1981)] III-3-1
vlekje op de neus snep: šnęp (Oirsbeek) Witte aftekening tussen neusvleugels en bovenlip. [N 8, 27c] I-9
vleugel vleugel: vlögel (Oirsbeek) vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)] III-4-1
vliegend ongedierte knozelen: fonetisch Additie: Er zijn hier vliegende diertjes "- "genaamd; die zuigen de mensen en ook dieren bloed af. In welk nummer van uw vragen ze thuishoren, weet ik niet.  knōēzĕlĕ (Oirsbeek), motten: fonetisch Additie: "Motte"kent iedereen. Onder welk (vraag-)nummer horen ze thuis?  motte (Oirsbeek), fonetisch etc.  motte (Oirsbeek), muggen: fonetisch  mögke (Oirsbeek), ongedierte dat vliegt: idiosyncr. uits. als mug  óngedierte dat vlug (Oirsbeek), vliegen: fonetisch  vleege (Oirsbeek) klein vliegend gedierte [N 26 (1964)] || vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegennet vliegennet: vlēgǝnęt (Oirsbeek) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vlieger draak: draak (Oirsbeek, ... ), windvogel: windjvogel (Oirsbeek) Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vliegtuig vliegmachine: vleegmesjien (Oirsbeek), vleegmesjīēn (Oirsbeek) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveldj (Oirsbeek) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier heulensteulder: -  heulensteulder (Oirsbeek) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlierbes vlierenthee: -  vlerenthee (Oirsbeek) vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3