17956 |
huppelen |
huppelen:
huppelə (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17959 |
hurken |
(zich) hukken:
huuke (Q033p Oirsbeek),
op de hukken gaan zitten:
op de hakke gao zitte (Q033p Oirsbeek),
op de huuke gao zette (Q033p Oirsbeek),
zich op de hukken gaan zetten:
zich op de hakke gao zitte (Q033p Oirsbeek),
zich op de hukken zetten:
zich op de huuke zette (Q033p Oirsbeek)
|
hukken [SGV (1914)] || hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22405 |
hutselen |
rammelen:
rammele (Q033p Oirsbeek),
schuddelen:
sjøͅdələ (Q033p Oirsbeek)
|
Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21333 |
huurpenning |
meepenning:
meejpenning (Q033p Oirsbeek)
|
huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouwpartij:
trouwpartie (Q033p Oirsbeek)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20022 |
hyacint |
hyacint:
hiasínt (Q033p Oirsbeek)
|
Hyacint (hyacinthus oriëntalis). Bloemdek met naar buiten omgebogen slippen; bol platrond met witte of violette buitenmantel. De bladeren zijn vlezig, tot 2 cm breed. De bloemstelen zijn tijdens de bloei ineengebogen, met een klein schutblaadje, de meeldr [N 92 (1982)]
III-2-1
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
hiepeteek (Q033p Oirsbeek),
hypotheek (Q033p Oirsbeek)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21216 |
identiteitskaart |
persoonsbewijs:
persoonsbewies (Q033p Oirsbeek)
|
de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27660 |
iemand genezen of gezond verklaren |
(iemand) gezond schrijven:
(voltooid deelwoord)
gǝzūnt gǝšrīǝvǝ (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Maurits])
|
De bedrijfsarts bepaalde wanneer een mijnwerker weer kon beginnen met werken. De mijnwerker werd dan genezen of gezond verklaard. [N 95, 970]
II-5
|
21793 |
iemand graag mogen |
gaarne hebben:
géér höbbə (Q033p Oirsbeek),
lijden:
lieə (Q033p Oirsbeek)
|
iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|