21375 |
leren, studeren |
studeren:
schtudeere (Q033p Oirsbeek)
|
studeeren [SGV (1914)]
III-3-1
|
27596 |
lesboek, instructieboek |
lesboek:
lesboek (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Instructieboek dat men nodig heeft voor de opleiding tot bijvoorbeeld houwer. [N 95, 994]
II-5
|
19125 |
leugen |
leugen:
leugə (Q033p Oirsbeek),
lûugə (Q033p Oirsbeek)
|
een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
grote stoel:
grōtə štōl (Q033p Oirsbeek)
|
leuningstoel [SGV (1914)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
bedelaar:
baedelaer (Q033p Oirsbeek),
kramer:
ene krîêmer (Q033p Oirsbeek)
|
koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
langs de deuren gaan:
ps. letterlijk overgenomen!
mit get langs de deuure gâôĕ (Q033p Oirsbeek)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
lâêve (Q033p Oirsbeek)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
lâêver (Q033p Oirsbeek),
lē̜vǝr (Q033p Oirsbeek)
|
Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] || lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
I-11, III-1-1
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
lèèverwōəsj (Q033p Oirsbeek),
léverwoosj (Q033p Oirsbeek),
lééverwoosj (Q033p Oirsbeek),
vet varkensvlees + rund of varkenslever
laeverwoesj (Q033p Oirsbeek)
|
leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17540 |
lichaam |
lichaam:
lichaam (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
lijf:
lîêf (Q033p Oirsbeek)
|
buik (lijf) [DC 01 (1931)] || lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|