34014 |
naar rechts |
hot:
hǫt (Q033p Oirsbeek)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|
25351 |
naasten |
aanslaan:
āšlǭǝ (Q033p Oirsbeek)
|
Als bij controle blijkt dat het gewicht van het te slachten dier niet juist, d.w.z. te laag door de eigenaar is opgegeven bij de belastingdienst, mogen de kommiezen de waarde van het overwicht zelf houden. Volgens de informant van L 321 hangt dit naasten van de te lage prijs af en niet van het gewicht. [N 28, 3]
II-1
|
21816 |
nabootsen |
nadoen:
naodoon (Q033p Oirsbeek)
|
iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27460 |
nabreken |
nabreken:
nabreken (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Gesteente uit het dak en eventueel uit de wanden wegnemen om op deze wijze toegedrukte galerijen en steengangen weer te verruimen. [N 95, 903; N 95, 390; N 95, 384; monogr.; Vwo 216; Vwo 537]
II-5
|
21843 |
nachtbraken |
nachtbraken:
nachtbraakə (Q033p Oirsbeek),
nachtsbraken:
nagsbrààkə (Q033p Oirsbeek)
|
tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27264 |
nachtdienst |
nachtschicht:
naxšix (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De dienst van 10 uur ''s avonds tot ''s anderendaags 6 uur in de morgen (Vanwonterghem pag.160, Defoin pag. 211). Volgens de informant van Q 15 kende de nachtdienst een vierkante penning. Het woordtype "televisieschicht" duidt volgens dezelfde invuller op het feit dat, wanneer deze dienst begon, het t.v.-programma was afgelopen. Ze begon twee uur later dan de normale nachtdienst en werd vooral gevuld met roofwerkzaamheden. Zie verder ook de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 118; monogr.; Vwo 539; Vwo 540]
II-5
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
nachte gaal (Q033p Oirsbeek),
nachtegaal (Q033p Oirsbeek)
|
nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18609 |
nachthemd |
nachtpon:
nachpon (Q033p Oirsbeek),
nachtshemd:
nachshumme (Q033p Oirsbeek)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
kiel:
vroeger
keel (Q033p Oirsbeek),
nachtpon:
nachpon (Q033p Oirsbeek)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtgoed:
nachgood (Q033p Oirsbeek),
nachtskleren:
nachskleijer (Q033p Oirsbeek)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|