34479 |
pas uit het ei gekomen kipje |
kuiken:
kȳkǝ (Q033p Oirsbeek)
|
[N 19, 40b]
I-12
|
21217 |
pasfoto |
pasfoto:
pasfoto (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34046 |
pasgeboren kalf |
nuchter kalf:
nø̄xtǝr [kalf] (Q033p Oirsbeek)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
goed staan:
goot sjtaon (Q033p Oirsbeek),
passen:
passə (Q033p Oirsbeek)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
pəsjtu.ər (Q033p Oirsbeek)
|
pastoor [RND]
III-3-3
|
25361 |
pastoorsstuk |
proef:
prōf (Q033p Oirsbeek)
|
Het stuk vlees dat de pastoor krijgt. Dat is geen bepaald stuk, meestal is het het beste van de slacht. Het stuk krijgt vaak de normale slachtersbenaming. In dit lemma worden deze normale slachtersbenamingen voor de diverse stukken vlees weggelaten. Zij worden opgenomen in deel III van het woordenboek bij het onderdeel: ''Producten van de slacht''. [N 28, 103; monogr.]
II-1
|
23236 |
pastorie |
pastorie:
pasterie (Q033p Oirsbeek)
|
pastorie [SGV (1914)]
III-3-3
|
20685 |
patates frites |
frieten:
fritte (Q033p Oirsbeek)
|
Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
23296 |
pater |
pater (lat.):
pa:tər (Q033p Oirsbeek)
|
pater [RND]
III-3-3
|