21636 |
biljet van vijfentwintig gulden |
briefje van vijfentwintig gulden:
ee (breefke) van 25 göje (Q033p Oirsbeek)
|
25 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21635 |
biljet van vijftig gulden |
briefje van vijftig gulden:
ee (breefke) van 50 göje (Q033p Oirsbeek)
|
50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34086 |
billen |
batsen:
batsǝ (Q033p Oirsbeek)
|
Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112]
I-11
|
21878 |
billijk |
billig:
billig (Q033p Oirsbeek),
schappelijk:
sjappelik (Q033p Oirsbeek)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
29408 |
binder |
binder:
bęnjǝr (Q033p Oirsbeek)
|
Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.]
I-4
|
34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
bęnǝbīr (Q033p Oirsbeek)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
kalotje (Q033p Oirsbeek)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21820 |
binnensmonds praten |
knorvelen:
knoervelə (Q033p Oirsbeek),
mommelen:
mummelə (Q033p Oirsbeek)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
bennesjtə boetə (Q033p Oirsbeek)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
beinnetesj (Q033p Oirsbeek),
bènetesj (Q033p Oirsbeek)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|