e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
syfilis syfilis: siefielis (Oirsbeek) Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
taaie pannenkoek eierkoek: eejerkook (Oirsbeek) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taal taal: taal (Oirsbeek, ... ) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart koek: In dialect noemt men taart wat in nr. 97 staat. Het woord taart van het A.B. noemt men hier kook.  kook (Oirsbeek), taart: taart (Oirsbeek) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak toebak: toebak (Oirsbeek) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakspruim sjiek: sjĭĕk (Oirsbeek), sjiekje: sjikske (Oirsbeek, ... ) pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] || pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap nerik: nerrik (Oirsbeek) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel dis: døš (Oirsbeek), tafel: tōͅfəl (Oirsbeek) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelmes tafelmets: taofel-mets (Oirsbeek) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak (alg.) tak: tak (Oirsbeek), tek (Oirsbeek) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || tak [SGV (1914)] III-4-3