24810 |
zevenblad |
kraaipoot:
krāpōt (Q033p Oirsbeek),
-
kraopoot (Q033p Oirsbeek)
|
Aegopodium podagraria L. Zeer algemeen voorkomend lastig onkruid op beschaduwde plaatsen en op vochtige of bemeste grond met voortwoekerende wortelstokken. De onderste bladeren aan de kantig gegroefde stengel zijn veervormig samengesteld met 3 drietallen of 7 blaadjes, de hogere bladeren zijn drietallig. De schermvormige kroon is wit. De plant bloei van juni tot september. De hoogte varieert van 60 tot 90 cm. [A 17, 11; monogr.] || zevenblad [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
zeevere (Q033p Oirsbeek)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
27708 |
zeverij |
zeverij:
zēvǝri (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.]
II-5
|
18804 |
zich bedenken |
zich bedenken:
zich bedenkə (Q033p Oirsbeek),
zich bedènkə (Q033p Oirsbeek)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemöje (Q033p Oirsbeek)
|
bemoeien [SGV (1914)]
III-3-1
|
33860 |
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen |
(zich) in de ijzeren slaan:
en dǝ īzǝrǝ šlǭǝ (Q033p Oirsbeek)
|
[N 8, 75 en 79]
I-9
|
19004 |
zich gedragen |
zich goed gedragen:
zich goot gedragə (Q033p Oirsbeek),
zich voegen:
zich voogə (Q033p Oirsbeek)
|
zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19319 |
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon |
buiten zijn schoenen lopen:
boetə zien sjoon lopə (Q033p Oirsbeek),
veel schijt veil hebben:
veul sjiet veel (Q033p Oirsbeek),
zich voelen:
zich veulə (Q033p Oirsbeek)
|
een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] || het doen blijken van het gevoel dat men meer is dan anderen [trots, trotsheid] [N 85 (1981)] || zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19047 |
zich inbeelden |
zich inbeelden:
zich inbilje (Q033p Oirsbeek)
|
inbeelden, zich [SGV (1914)]
III-1-4
|
18864 |
zich kwaad maken |
kwaad worden:
kaot weerə (Q033p Oirsbeek),
zich kwaad maken:
zich kaot máákə (Q033p Oirsbeek),
zich oprichten:
zig oprigtə (Q033p Oirsbeek)
|
zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|