e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lauw lauw: laa waoter (Oostham), laa woater (Oostham) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
leeftijd, ouderdom ouderdom: aaverdoem (Oostham) ouderdom [ZND 05 (1924)] III-2-2
leeg, gezegd van een noot kwaad: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  koəj neut (Oostham) loze noot [ZND 30 (1939)] III-2-3
leeg, niets bevattend leeg: leeg (Oostham, ... ) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4
leegloper leegloper: ook materiaal znd 30, 4  leegloeəper (Oostham) leegloper [ZND 01 (1922)] III-1-4
leest leest: list (Oostham) De pasvorm, meestal van beukenhout, waaraan men de schoenen maakt. "De leest waarop de schoen gemaakt wordt, moet als het ware net een afgietsel zijn van de voet, en voor wat de stand aangaat, geschikt zijn volgens de hoogte der hiel waarvoor hij zal gebruikt worden" (Dierick, pag. 7). [N 60, 185a; N 60, 244a; L 1a-m; L 30, 8; S; monogr.] II-10
leeuw leeuw: ne liëuw (Oostham), ne līēëf (Oostham) Leeuw. [Willems (1885)], [ZND 30 (1939)] III-3-2
leggen leggen: lēūgen (Oostham) leggen [ZND m] III-1-2
lei lei: een laai (Oostham), schalie: ən schalie (Oostham) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leiden leiden: lān (Oostham) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11