24990 |
lauw |
lauw:
laa waoter (K315p Oostham),
laa woater (K315p Oostham)
|
Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|
20479 |
leeftijd, ouderdom |
ouderdom:
aaverdoem (K315p Oostham)
|
ouderdom [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
20953 |
leeg, gezegd van een noot |
kwaad:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
koəj neut (K315p Oostham)
|
loze noot [ZND 30 (1939)]
III-2-3
|
24973 |
leeg, niets bevattend |
leeg:
leeg (K315p Oostham, ...
K315p Oostham)
|
Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|
18920 |
leegloper |
leegloper:
ook materiaal znd 30, 4
leegloeəper (K315p Oostham)
|
leegloper [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
30861 |
leest |
leest:
list (K315p Oostham)
|
De pasvorm, meestal van beukenhout, waaraan men de schoenen maakt. "De leest waarop de schoen gemaakt wordt, moet als het ware net een afgietsel zijn van de voet, en voor wat de stand aangaat, geschikt zijn volgens de hoogte der hiel waarvoor hij zal gebruikt worden" (Dierick, pag. 7). [N 60, 185a; N 60, 244a; L 1a-m; L 30, 8; S; monogr.]
II-10
|
22749 |
leeuw |
leeuw:
ne liëuw (K315p Oostham),
ne līēëf (K315p Oostham)
|
Leeuw. [Willems (1885)], [ZND 30 (1939)]
III-3-2
|
17815 |
leggen |
leggen:
lēūgen (K315p Oostham)
|
leggen [ZND m]
III-1-2
|
21553 |
lei |
lei:
een laai (K315p Oostham),
schalie:
ən schalie (K315p Oostham)
|
Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
34147 |
leiden |
leiden:
lān (K315p Oostham)
|
De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|