e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liegen liegen: liegen (Oostham, ... ) liegen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-3-1
lies pel: pɛl (Oostham), vang: vaŋk (Oostham) De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, I-9
lieveheersbeestje onzelieveheersbeestje: ook in ZND 05, 028 (daar opgenomen)  oslievenhiersbeəstkən (Oostham) lieveheersbeestje [ZND 15 (1930)] III-4-2
liggen liggen: linge (Oostham) liggen [ZND 25 (1937)] III-1-2
lijnzaadmeel lijzemeel: lɛ̄zǝmēl (Oostham) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadolie lijzesmout: lęi̯zǝsmāt (Oostham) De olie die uit lijnzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadpap lijzemeeldrank: lɛ̄zǝmēldraŋk (Oostham), lijzepap: lijzepap (Oostham) De "pap", ofwel het vloeibare veevoer dat van lijnzaadmeel wordt gemaakt. De zegsman uit Maastricht merkt op dat de pap ook medicinale kracht heeft en gebruikt wordt om op een wond te leggen. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [RND 31; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59] I-5
liniaal regel: nen regel (Oostham) Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)] III-3-1
linkshandig persoon linkse, een -: ne linksche (Oostham), scharweg: ne scharweg (Oostham), slinkse, een -: nə slinkschə (Oostham) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linnen, linnengoed lijwaad: lē̜vjǝt (Oostham), linnen: lenǝn (Oostham) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7