e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
marmer marmer: marmer (Oostham, ... ), marmər beld (Oostham) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4
marmeren beeld beeld: marmər beld (Oostham) Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)] III-3-2
marter fis: steenmarter ondergebracht bij marter, alg.  fis (Oostham) steenmarter [ZND 07 (1924)] III-4-2
masker mommesbakkes: mumeͅsbakəs (Oostham), mondbakkes: munba?əs (Oostham) Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)] III-3-2
mathaak pikhaak: pekhǭk (Oostham) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
mayonaise mayonaise: màjjənéés (Oostham) mayonaise [RND] III-2-3
mazelen mazelen: ma͂zölen (Oostham), mazeren: mōzərən (Oostham) de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)] III-1-2
medaillon medaille: een gave medulle (Oostham) een gouden medaille [ZND 38 (1942)] III-1-3
medelijden compassie: koͅmpasi (Oostham) medelijden [ZND 33 (1940)] III-1-4
meegaan meegaan: meegaon (Oostham), meegaan met: dan gaon mee oech mee (Oostham) Dan gaan we met u mee. [ZND 04 (1924)] || Waar gaat ge heen, willen we met u meegaan ? [ZND 04 (1924)] III-1-2