e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duren, het duurt ... het duurt: ’t duurt ma nen menuit (Oostham) Het duurt maar een minuut. [ZND 38 (1942)] III-4-4
durven dorren: Daren - daarde - gedaren.  daren (Oostham) durven [ZND 25 (1937)] III-1-4
dutje dutje: eͅn dytjö dūn (Oostham) Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)] III-1-2
duur duur: dīr (Oostham) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
duwen duwen: dèùjən (Oostham) duwen [RND] III-1-2
dwaallicht dwaallicht: dwaollicht (Oostham) Dwaallicht (vlammetje boven een moeras, Fr. feu follet). [ZND 05 (1924)] III-3-3
dwarsbalkjes, egscheien dwarshouters: dwē̜shātǝrs (Oostham), richels: ręxǝls (Oostham) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven dwars zijn: dwējs zēͅn (Oostham), krikkelen: krekelen (Oostham), nierkeren: nierkere (Oostham) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver dwarse, een -: wa neͅn dwēͅzö (Oostham), krikkelaar: wa ne krekeleer (Oostham) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwaze streek kinderstreek: das ĕn kindĕrstrēk (Oostham), zotte streken: da ze zottĕ strē⁄eͅn (Oostham) Dat is een kinderstreek, dat zijn zotte streken. [ZND 07 (1924)] III-1-4