e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
evene evie: ēvi (Oostham) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
feest feest: fieəst (Oostham) Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maarten: sint metten (Oostham), st meirten (Oostham) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
fiets velo: een velo (Oostham) Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fietser fietser: de twië fitsers kruisen melkoar (Oostham), velorijder: də twiə vēlōrēͅərs krösən malkanər (Oostham) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] III-3-1
fijt fijt: fijt (Oostham) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
filter in de melkzeef zijdoek: zęi̯duk (Oostham) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
flambouw flambouw (<fr.): een flambiel (Oostham) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3
flauw flauw: flaa (Oostham), flā (Oostham), veel te zoet: vø̄l tə zy(3)̄t (Oostham) flauw, smakeloos [RND] || meeps (flauw van smaak) [ZND 31 (1939)] III-2-3
flauwvallen van zijn zelve vallen: hēͅ is va zözeͅlvö (Oostham) hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2