19455 |
noodbed, kermisbed |
kermisbed:
kermesbed (L216a Oostrum)
|
noodbed, vroeger voor de kermisgasten
III-2-1
|
20810 |
nootmuskaat |
muskaat:
beschaot (L216a Oostrum),
muskaatnoot:
beschaotnoot (L216a Oostrum),
notemuskaat:
notebeschaot (L216a Oostrum),
notenbeschaot (L216a Oostrum)
|
muskaatnoot || nootmuskaat || nootmuskaat (gemalen)
III-2-3
|
33559 |
notenboom |
notenboom:
noeëtenboeëm (L216a Oostrum)
|
notenboom
I-7
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
s morgens:
almaerges (L216a Oostrum),
voormiddag:
vurmiddeg (L216a Oostrum),
Opm. dit is oud Venrays!
veurmiddeg (L216a Oostrum)
|
s morgens)
III-4-4
|
24947 |
oever |
kant:
kant (L216a Oostrum),
ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken.
kant (L216a Oostrum),
ps. boven de à staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken. Opm. v.d. invuller: oever is onbekend.
kànt (L216a Oostrum),
oever:
ōēver (L216a Oostrum)
|
oever [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
eventjes:
ps. boven de ‰ staat nog een `; deze combinatieletter is niet te maken.
ēfkəs (L216a Oostrum),
houwmouw:
Vb. ien ennen haowmow waar t gebeurd. (ps. er staat haowmow in het voorbeeld; waarschijnlijk moet het haowmaow zijn?!).
haowmaow (L216a Oostrum),
ogenblikje:
ps. boven de ó staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken.
óəgənblìkskə (L216a Oostrum)
|
ogenblik, korte tijd || ogenblikje [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33558 |
okkernoot |
noot:
noot, vrucht (L216a Oostrum)
|
noot
I-7
|
20701 |
oliebol |
oliebol:
òlliebol (L216a Oostrum)
|
oliebol
III-2-3
|
19546 |
olielamp |
snotneus:
snòtneus (L216a Oostrum)
|
\'t Oudste bekende olielampje
III-2-1
|
30614 |
olieverf |
olieverf:
oli[verf] (L216a Oostrum)
|
Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.]
II-9
|