e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onvolgroeide vrucht krot: krot (Oostrum) vrucht, klein en misvormd I-7
onvruchtbare koe kween: kwēn (Oostrum) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui donderschoer: dònderschoeër (Oostrum), hommelschoer: (dit is een synoniem voor ònwaersbuuj - zie ook blz. 392).  hòmmelschoēr (Oostrum), (dit is een variant van dònderschoeër).  hòmmelschoeër (Oostrum), onweersbui: ònwaersbuuj (Oostrum) donderbui, onweersbui III-4-4
onweerx onweer: (zie ook blz. 395; jonger Venrays!).  ònwaer (Oostrum), Opm. dit is oud Venrays! (zie ook blz. 395).  oonwaer (Oostrum) onweer III-4-4
oog oog: óəg (Oostrum) oog [DC 01 (1931)] III-1-1
oogstappel bouwappel: "Yellow Transparant  bòwáppel (Oostrum), kermisappel: yellow-transparant  kermesáppel (Oostrum) appel, soort I-7
oom oom: uuëm (Oostrum), vroeger veelal voorafgegaan door de naam van de oom b.v.: Jan-oom (dus niet oom Jan!)  oeëme (Oostrum) getrouwde oom || oom III-2-2
oor oor: óər (Oostrum) oor [DC 01 (1931)] III-1-1
oordelen oordelen: oeërdieële (Oostrum) oordelen III-1-4
oorlel oorlel: óərlêl (Oostrum) oorlel [DC 01 (1931)] III-1-1