e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paneermeel paneermeel: penieërmael (Oostrum) paneermeel III-2-3
panharing braadharing: braojherring (Oostrum), panharing: groene haring om in de pan te bakken  panherring (Oostrum) panharing III-2-3
panlat panlat: panlat (Oostrum) Lat met een formaat van ongeveer 2 x 3.5 cm (1 x 1.5 duim) die vooral bij dakbedekkingen wordt gebruikt om er de dakpannen op te leggen. Zie ook het lemma ɛpanlattenɛ in wld II.9, pag. 107.' [N 50, 73b; monogr.] II-12
pannen poppen poppen: popǝ (Oostrum) De voegen tussen dakpannen met behulp van stropoppen afdichten. Het woordtype 'poppen' werd in L 210 en omgeving ook gebruikt voor ø̄het fabriceren van bosjes stro voor het dekken van oude dakenø̄. [monogr.; N 32, 44d] II-9
pannenborstel pannenborstel: pannenbaors(t)el (Oostrum) ronde borstel om pannen te schuren III-2-1
pannenkoek koek: Wie baas is, bákt ko‰k, már t hoeft genne goeje te zien: Wat iemand van gezag doet, hoeft nog niet goed te zijn Wie goeje ko‰k bekt, dörft n ejke te braeke: wie goed werk wil leveren, moet ook wel eens risico nemen  koēk (Oostrum), pannenkoek: pannekoēk (Oostrum) pannekoek III-2-3
pannenkoekenbeslag koekendeeg: koēkedieëg (Oostrum) pannekoekbeslag III-2-3
pannenlap pannenlap: panneláp (Oostrum), ties: ties (Oostrum), tieslap: tieslap (Oostrum) pannelap || pannenlap III-2-1
pantoffeltje pantoffeltje: pantufelke (Oostrum), slaapmutsje: caleo colaria  slaopmutske (Oostrum) Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele III-2-1
patrijs patrijs: petriēs (Oostrum) patrijs III-4-1