e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
portaal portaal: portaol (Oostrum) portaal III-2-1
pos joodje: judje (Oostrum) pos (vis) III-4-2
potkachel duiveltje: kacheltje  dūvelke (Oostrum) soort van allesbrander III-2-1
praam praam: prām (Oostrum) Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.] I-10
prei prei: prei (Oostrum) [DC 13 (1945)] I-7
proeven proeven: PrËvend brändt de kok zien tòng: door te proberen leert men  prūve (Oostrum) proeven III-2-3
profiteren profiteren: pròfetieëre (Oostrum) profiteren III-1-4
proosten aanstoot geven: ánstoeëtgaeve (Oostrum, ... ), klinken: klēŋkə (Oostrum), proosten: pruəstə (Oostrum), toosten: tuəstə (Oostrum) klinken || klinken, proosten || proosten || proosten, toosten III-2-3
proppenschieter proppenschieter: proppeschieter (Oostrum) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
pruilmond pruilmondje: proelmeūndje (Oostrum) pruilmondje III-1-4