e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riviergrondel grondje: gruundje (Oostrum) grondeling (vis) III-4-2
rode aalbes rode miemer: rojje miemer (Oostrum) [DC 13 (1945)] I-7
rode biet kroot: krōt (Oostrum) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode kool rode kappes: rojjekáppes (Oostrum), rood moes: roeëdmoes (Oostrum) gekookte rodekool || Rode kool (als plant of gewas) I-7, III-2-3
rode renet, sterappel binnenrode: sterappel  binnerojje (Oostrum) appel, soort I-7
roek roek: rōēk (Oostrum), corvus frugilegus  roēk (Oostrum) Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)] || roek III-4-1
roep- en lokwoord voor de kip tuut, tuut, tuut: tyi̯t, tyi̯t, tyi̯t (Oostrum), tȳt, tȳt, tȳt (Oostrum) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken kip, kip, kip: kip, kip, kip (Oostrum) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus, kuus, kuus: kūs, kūs, kūs (Oostrum) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roerzeef passe-vite: pas(se)fiet (Oostrum, ... ) passevite || persende zeef III-2-1