31235 |
blaasbalgpijp, luchtaanvoerleiding |
lochtleiding:
luxtlęjeŋ (L216a Oostrum)
|
De leiding die de lucht van de blaasbalg naar het vuur voert. Bij ouderwetse smidsvuurhaarden werd de luchtstroom aan de zijkant van het smidsvuur toegevoerd. De blaasbalgpijp liep daarbij in een verbreed uiteinde uit dat één geheel uitmaakte met een dikke ijzeren plaat, het oogijzer. Deze plaat was met ijzeren bouten aan de brandmuur verankerd. Bij moderne smidsvuurhaarden mondt het uiteinde van de luchtaanvoerleiding uit in de onder de vuurhaard aangebrachte smidsvorm of windkast. Zie ook afb. 6 en het lemma "smidsvorm, blaasgat". [N 33, 20]
II-11
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blat (L216a Oostrum),
blader:
blø̜̄r (L216a Oostrum),
blār (L216a Oostrum)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
24514 |
bladrozet van de paardebloem |
plat:
-
platte (L216a Oostrum),
konijnevoer
platte (L216a Oostrum)
|
paardebloem, bladrozet van [DC 13 (1945)] || paardebloemblad
III-4-3
|
24796 |
bladvorm |
nnervig:
ieënnaerveg (L216a Oostrum)
|
hoofdnerf ve blad
III-4-3
|
19458 |
blaker |
blaker:
blaoker (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum)
|
blaker || kaarshouder
III-2-1
|
29838 |
blaren |
blaren:
blø̜̄rǝ (L216a Oostrum)
|
Het verschijnsel waarbij een verflaag plaatselijk van de ondergrond loslaat en er zwellingen ontstaan. Het blaren kan verschillende oorzaken hebben. De voornaamste zijn: vocht in het geschilderde materiaal en slechte hechting van de verflaag aan het materiaal. [L 32, 78; monogr.]
II-9
|
24473 |
blauwe bosbes |
moelbeer:
moelbaer (L216a Oostrum),
walber:
-
walbèr (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum)
|
blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, blauwe —
III-4-3
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
aasvlieg:
aosvliēg (L216a Oostrum),
madenschijter:
maajeschieter (L216a Oostrum)
|
vleesvlieg || vleesvlieg, dikke bromvlieg
III-4-2
|
19344 |
blij |
blij:
bliej (L216a Oostrum)
|
blij
III-1-4
|
25111 |
bliksem, bliksemflits |
weerlicht:
wérlich(t) (L216a Oostrum)
|
bliksemflits, weerlicht
III-4-4
|