24728 |
stam van de knotwilg |
poest:
poest (L216a Oostrum)
|
de ± 2 m. hoge stam van de knotwilg [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
31476 |
stamper, stempel |
stempel:
stęmpǝl (L216a Oostrum)
|
Metalen stift of blok waarvan het uiteinde past in de uitholling van de matrijs. Bij het stampen wordt de stamper op het werkstuk boven de uitholling van de matrijs gehouden. Vervolgens wordt er met een hamer op het bovenste uiteinde van de stamper geslagen waardoor het aan de onderzijde van de stamper aangebrachte motief in de metaalplaat wordt uitgeperst. Zie ook afb. 167. [N 33, 276]
II-11
|
20677 |
stamppot |
potage:
petázzie (L216a Oostrum),
pótázzie (L216a Oostrum)
|
stamppot
III-2-3
|
20757 |
stamppot met stokvis |
pratmoes:
pratmoes (L216a Oostrum)
|
soort stamppot
III-2-3
|
20914 |
stamppot spruiten |
spruitenmoes:
sprutemoes (L216a Oostrum)
|
stamppot van spruiten
III-2-3
|
20918 |
stamppot witte kool |
witmoes:
witmoes (L216a Oostrum)
|
(stamppot van) gekookte witte kool
III-2-3
|
31345 |
steekpasser |
passer:
pasǝr (L216a Oostrum)
|
Werktuig voor het uitzetten van maten en voor het trekken van cirkelbogen. Het bestaat uit twee rechte benen met scherpe punten die aan de bovenzijde met een scharnier verbonden zijn. Zie ook afb. 79. [N 33, 252a-b; N 33, 252k; N 66, 1b]
II-11
|
31533 |
steeksleutel |
steeksleutel:
stɛ̄kslø̜tǝl (L216a Oostrum
[(enkele en dubbele bek)]
)
|
Niet verstelbare, stalen sleutel met open bek die wordt gebruikt voor het vast- en losdraaien van moeren. De steeksleutel kan enkel of dubbel zijn uitgevoerd. In het laatste geval hebben de twee bekken direct op elkaar volgende afmetingen. In tegenstelling tot de ringsleutel kan men met de steeksleutel de bout of moer aan de zijkant vastgrijpen. Zie ook afb. 197. Het woordtype gassleuter (P 47) is specifiek van toepassing op een platte steeksleutel die wordt gebruikt voor werkzaamheden aan gasleidingen. Zie ook afb. 197d. [N 33, 300a-c; N 64, 78a; monogr.]
II-11
|
19527 |
steelpan |
staartpannetje:
stártpenneke (L216a Oostrum)
|
steelpannetje
III-2-1
|
19837 |
steen voor de inmaakpot |
moeskei:
moeskej (L216a Oostrum)
|
zware steen op \'t afsluitend deksel van de zuurkool
III-2-1
|