e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stam van de knotwilg poest: poest (Oostrum) de ± 2 m. hoge stam van de knotwilg [DC 13 (1945)] III-4-3
stamper, stempel stempel: stęmpǝl (Oostrum) Metalen stift of blok waarvan het uiteinde past in de uitholling van de matrijs. Bij het stampen wordt de stamper op het werkstuk boven de uitholling van de matrijs gehouden. Vervolgens wordt er met een hamer op het bovenste uiteinde van de stamper geslagen waardoor het aan de onderzijde van de stamper aangebrachte motief in de metaalplaat wordt uitgeperst. Zie ook afb. 167. [N 33, 276] II-11
stamppot potage: petázzie (Oostrum), pótázzie (Oostrum) stamppot III-2-3
stamppot met stokvis pratmoes: pratmoes (Oostrum) soort stamppot III-2-3
stamppot spruiten spruitenmoes: sprutemoes (Oostrum) stamppot van spruiten III-2-3
stamppot witte kool witmoes: witmoes (Oostrum) (stamppot van) gekookte witte kool III-2-3
steekpasser passer: pasǝr (Oostrum) Werktuig voor het uitzetten van maten en voor het trekken van cirkelbogen. Het bestaat uit twee rechte benen met scherpe punten die aan de bovenzijde met een scharnier verbonden zijn. Zie ook afb. 79. [N 33, 252a-b; N 33, 252k; N 66, 1b] II-11
steeksleutel steeksleutel: stɛ̄kslø̜tǝl (Oostrum  [(enkele en dubbele bek)]  ) Niet verstelbare, stalen sleutel met open bek die wordt gebruikt voor het vast- en losdraaien van moeren. De steeksleutel kan enkel of dubbel zijn uitgevoerd. In het laatste geval hebben de twee bekken direct op elkaar volgende afmetingen. In tegenstelling tot de ringsleutel kan men met de steeksleutel de bout of moer aan de zijkant vastgrijpen. Zie ook afb. 197. Het woordtype gassleuter (P 47) is specifiek van toepassing op een platte steeksleutel die wordt gebruikt voor werkzaamheden aan gasleidingen. Zie ook afb. 197d. [N 33, 300a-c; N 64, 78a; monogr.] II-11
steelpan staartpannetje: stártpenneke (Oostrum) steelpannetje III-2-1
steen voor de inmaakpot moeskei: moeskej (Oostrum) zware steen op \'t afsluitend deksel van de zuurkool III-2-1