| 19377 |
verdieping |
stock (d.):
stok (L216a Oostrum),
òp de hoevulste stok wònde: op de hoeveelste verdieping woon jij
stok (L216a Oostrum),
verdieping:
\'r mankieërt wat ien de bovveste verdieëping: er is iets niet in orde met het verstand
verdiēping (L216a Oostrum)
|
etage || verdieping || verdieping, etage
III-2-1
|
| 18823 |
verdriet; verdriet doen |
jammer:
jommer (L216a Oostrum),
leed:
lieëd (L216a Oostrum),
verdriet:
verdriēt (L216a Oostrum)
|
leed, verdriet, ellende || verdriet || verdriet, leed
III-1-4
|
| 30596 |
verf |
verf:
vɛ̄rǝf (L216a Oostrum)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
| 30677 |
verfkrabber |
krebber:
krɛbǝr (L216a Oostrum)
|
Werktuig om oude verflagen droog te verwijderen en afgebrand werk schoon te krabben. Verfkrabbers bestaan uit een haaks op een steel met handvat bevestigd blad, dat, afhankelijk van het werk, diverse vormen kan vertonen. De rand van het blad heeft een geslepen profiel. Zie ook afb. 97. [N 67, 56a; monogr.]
II-9
|
| 30735 |
verflaag |
verflaag:
vɛ̄rflǭx (L216a Oostrum)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
| 19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergaetaechteg (L216a Oostrum)
|
vergeetachtig
III-1-4
|
| 19151 |
vergeten |
vergeten:
vergaete (L216a Oostrum)
|
vergeten
III-1-4
|
| 21412 |
verhaal |
geschiedenis:
gəschidənis (L216a Oostrum)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
| 19370 |
verhuizen |
verhuizen:
vərhy(3)̄zə (L216a Oostrum)
|
verhuizen
III-2-1
|
| 20364 |
verkering |
verkering:
verkieëring (L216a Oostrum)
|
verkering
III-2-2
|