e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuilnisbak dreksbak: dreksbák (Oostrum), Ok ien ennen dreksbák viende wel \'s wat van waerde: ook van het schijnbaar waardeloze kan men soms iets leren  dreksbák (Oostrum) asemmer || vuilnisemmer III-2-1
vuurvast vulmiddel chamotte: šǝmǫt (Oostrum) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor de diverse materialen waarmee de smid de voorstukken van kachels kan opvullen om ze tegen verbranden te vrijwaren. Chamotte is een mengsel van fijngemalen scherven dat vaak aan de klei wordt toegevoegd om deze beter geschikt te maken voor hoge temperaturen. Zie voor het woordtype chamottestenen ook het lemma ɛvuurvaste stenenɛ in WLD ii.8, pag. 70. Asbest is een vezelachtige, onbrandbare stof die in de vorm van platen ook als warmte-isolatie wordt gebruikt.' [N 33, 314] II-11
waaienx waaien: waeje (Oostrum) waaien III-4-4
waarderen waarderen: wátdieëre (Oostrum) waarderen III-1-4
wachthouden bij een dode lijkbidden: het bidden bij een lijk vóór de begrafenis  liekbidde (Oostrum) lijkbidden III-2-2
wafel wafel: De rug án t vuËr, dn boek tigge de toffel en ien de hând n woffel  woffel (Oostrum) wafel III-2-3
wafelijzer wafelijzer: woffeliēzer (Oostrum) wafelijzer III-2-1
walsmachine, pijpenwals plaatwals: plǭtwals (Oostrum) In het algemeen een machine waarmee plaatmateriaal tot cilinders gebogen kan worden. De walsmachine wordt vooral gebruikt bij het vervaardigen van buizen, pijpen en kachelpijpen. De machine bestaat doorgaans uit twee of drie walsrollen waartussen de vlakke strook metaalplaat tot pijp of goot gebogen wordt. Zie ook afb. 169. [N 33, 218; N 33, 239; N 64, 10a] II-11
wasblok wasbok: wesbòk (Oostrum) driepoot waarop de wastobbe stond III-2-1
wasgoed wasgoed: wâsgoēd (Oostrum) wasgoed III-2-1