e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keukenkast aanrechtkastje: ánraech(t)kaesje (Oostrum), keukenkast: keukekâs(t) (Oostrum) aanrechtkastje || keukenkast III-2-1
kever, tor kever: kaever (Oostrum), tor: tor (Oostrum) kever || kever, tor (alg) III-4-2
kiem keen: van erwt of boon  kien (Oostrum) kiem III-4-3
kies baktand: bàktànd (Oostrum) kies [DC 01 (1931)] III-1-1
kieskauwen klewsen: klewse (Oostrum), malen: male (Oostrum), pierken: piereke (Oostrum), tissen: tisse (Oostrum) het langdurig kauwen van eten || kieskeurig zijn met eten || met lange tanden eten || overdreven kieskeurig zijn bij het eten III-2-3
kieskauwer klewser: klewser (Oostrum), kleͅwsər (Oostrum), lekmuil: lekmoel (Oostrum), tisser: tesər (Oostrum), zatvreter: zatvraeter (Oostrum) persoon die kieskeurig bij het eten is en zogezegd "beter"gewend is en ook nog verkwistend met eten omgaat || persoon die lang op zijn eten blijft kauwen || persoon die lang op zijn/haar eten blijft kauwen || te kieskeurig eter III-2-3
kieskeurig kommerlijk: kummelek (Oostrum) kieskeurig III-1-4
kikker kikmauw: kikmaaw (Oostrum), kikvors: kikvors (Oostrum), kwakvors: kwekvors (Oostrum) kikvors III-4-2
kikkerdril kikvorsenbibbel: kikvorsenbibbel (Oostrum) kikkerdril III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)bibbel, bibber: kikvorsenbibbel (Oostrum) kikkerdril III-4-2