e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
komfoor oliestel: òlliestél (Oostrum) petroleumcomfoor III-2-1
komijnekaas pitjeskaas: pitjeskieës (Oostrum) komijnenkaas III-2-3
komkommer komkommer: kòmkòmmer (Oostrum), slangkomkommer: slángkòmkòmmer (Oostrum) komkommer || komkommer, soort — I-7
konijn hangoor: soort met hangende oren  hángoeër (Oostrum), konijn: kniēn (Oostrum) konijn || konijn, soort III-2-1
kookpot etenspot: \'t Is niet te vet vandemiddeg, zaej d\'n bo‰r en toe stoond zien vrouw mit \'n druupneus bovven d\'n aetespot  aetespot (Oostrum), pan: pan (Oostrum), \'t Zo druk hebbe as de pan mit Vastenaovend: het zeer druk hebben Penneke vet: weelderig leven Penneke vet en ketlke waerm make mennegen huushâld aerm  pan (Oostrum) ketel waarin het eten bereid wordt || kookpan || pan III-2-1
kooksel baksel: Alle báksels en browsels zien nie âlt geliek: niet alle werk slaagt evengoed  báksel (Oostrum) de hoeveelheid die in een keer gebakken wordt III-2-3
kool, algemeen: een krop kool moes: moes (Oostrum) kool, verzamelnaam I-7
koolmees, mees bijenbeestje: bēejənbeeske (Oostrum) Hoe heet de koolmees? [DC 06 (1938)] III-4-1
koper koper: kuǝpǝr (Oostrum) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11
koperslager koperslager: kuǝpǝrslē̜gǝr (Oostrum  [(verouderd)]  ), kōpǝrslē̜gǝr (Oostrum), pompenmaker: pōmpǝmē̜kǝr (Oostrum) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11