32248 |
kuipersbedrijf |
kuiperij:
kȳpǝrēj (L216a Oostrum)
|
Het bedrijf waar men houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [monogr.]
II-12
|
32331 |
kuipersbies, -lis |
bies:
bīs (L216a Oostrum)
|
De plant uit de cypergrassenfamilie (Scirpus) die tussen de bodemplanken en tussen kroos en bodem van vaten wordt aangebracht om deze waterdicht te maken. De biezen worden voor gebruik geweekt, gekloofd en van het merg ontdaan. De kieren in een vat worden met biezen gedicht, gaatjes worden met biezenpropjes gesloten. Zie ook het lemma ɛpropje biezenɛ. In een deel van het onderzoeksgebied wordt vooral de lis als dichtingsmateriaal gebruikt. Het wnt VIIII, kol. 521 geeft s.v. (kuiper) de samenstelling (kuiperslisch) als benaming voor de gele lis (Iris Pseudacorus) en vermeldt daarbij dat de bladeren van deze plant als dichtingsmiddel tussen de duigen van vaten worden gestoken.' [N E, 39b; N E, 54a; monogr.]
II-12
|
17773 |
kuit |
kuit:
koet (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum)
|
kuit (wade) [DC 01 (1931)] || kuit ve vis
III-1-1, III-4-2
|
19763 |
kurkentrekker |
kurkentrekker:
körketrekker (L216a Oostrum)
|
kurketrekker
III-2-1
|
19632 |
kussensloop |
kustijk:
kustiēk (L216a Oostrum),
sloop:
sloeëp (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum),
verentijk:
vaerentiēk (L216a Oostrum)
|
kussenomslag || kussensloop || linnen overtrek voor bed, matras, kussen || sloop
III-2-1
|
17983 |
kwaal |
kwaal:
kwaol (L216a Oostrum),
kwāōl (L216a Oostrum)
|
kwaal [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
32254 |
kwast, noest |
kwast:
kwãst (L216a Oostrum),
noest:
nust (L216a Oostrum)
|
Een onregelmatigheid in de houtstructuur van een boom. Kwasten ontstaan op plaatsen waar zich een tak bevindt of heeft bevonden. Zie ook afb. 204. Vgl. voor het woordtype aast ook het Hgd. Ast. [N E, 1; N 50, 76f; N 75, 97a-b; monogr.]
II-12
|
24880 |
kweek |
puin:
päön (L216a Oostrum)
|
kweekgras
III-4-3
|
33552 |
kweepeer |
kweepeer:
cydonia vulgaris
kweejpaer (L216a Oostrum)
|
schijnvrucht
I-7
|
25338 |
kwikken, op de hand wegen |
kwikken:
schatten van het gewicht door het op te tillen
kwikke (L216a Oostrum),
punderen:
schatten van het gewicht door het op te tillen
pundere (L216a Oostrum)
|
kwikken, op de hand wegen
III-4-4
|