23822 |
feestdag van sint-jozef |
sint-jozef:
sint juuzef (L416p Opglabbeek),
sint jūzef (L416p Opglabbeek)
|
19 maart, H. Jozef [Sint Jozep, Tsint Joep]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23821 |
feestdag van sint-valentijn |
valentinus:
valentīēnus (L416p Opglabbeek)
|
14 februari, H. Valentijn. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22432 |
feesten |
feesten:
fīstə (L416p Opglabbeek),
vieren:
vērə (L416p Opglabbeek)
|
Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23615 |
feestpredicatie |
preek:
prɛ̄k (L416p Opglabbeek)
|
Een feestpredikatie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
fiets:
də twijə fitsə krīzə zeͅch (L416p Opglabbeek),
fiets (L416p Opglabbeek, ...
L416p Opglabbeek,
L416p Opglabbeek),
velo:
ejnə vēlo (L416p Opglabbeek)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] || fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)]
III-3-1
|
21138 |
fietsen |
varen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.
váárd (L416p Opglabbeek)
|
op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21259 |
fietser |
fietser:
de twie fietser kriesse zich (L416p Opglabbeek),
də twī fītsərs krīsə zeͅch (L416p Opglabbeek)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
28452 |
fijn broed |
fijn broed:
fijn broed (L416p Opglabbeek)
|
De cellen bestemd voor het uitbroeden van werkbijen en het opbergen van honing. De zwerm begint altijd met het bouwen van dit fijn werk of de werkbijenraat. Deze raat bestaat uit kleine, in doorsnede vrijwel gelijke zeszijdige cellen, waarbij het punt waar drie zijden samenkomen steeds het midden vormt van het bodemvlak der aan de andere zijde van de raat gelegen cel. [N 63, 16b]
II-6
|
25170 |
fijne hagel |
fijne hagel:
fīnə hōjəl (L416p Opglabbeek)
|
fijne hagel [sjrot, schrot] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33837 |
fijngebouwd |
fijn:
fīn (L416p Opglabbeek)
|
Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c]
I-9
|