e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feestdag van sint-jozef sint-jozef: sint juuzef (Opglabbeek), sint jūzef (Opglabbeek) 19 maart, H. Jozef [Sint Jozep, Tsint Joep]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-valentijn valentinus: valentīēnus (Opglabbeek) 14 februari, H. Valentijn. [N 96C (1989)] III-3-3
feesten feesten: fīstə (Opglabbeek), vieren: vērə (Opglabbeek) Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestpredicatie preek: prɛ̄k (Opglabbeek) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fiets fiets: də twijə fitsə krīzə zeͅch (Opglabbeek), fiets (Opglabbeek, ... ), velo: ejnə vēlo (Opglabbeek) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] || fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
fietsen varen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  váárd (Opglabbeek) op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)] III-3-1
fietser fietser: de twie fietser kriesse zich (Opglabbeek), də twī fītsərs krīsə zeͅch (Opglabbeek) De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] III-3-1
fijn broed fijn broed: fijn broed (Opglabbeek) De cellen bestemd voor het uitbroeden van werkbijen en het opbergen van honing. De zwerm begint altijd met het bouwen van dit fijn werk of de werkbijenraat. Deze raat bestaat uit kleine, in doorsnede vrijwel gelijke zeszijdige cellen, waarbij het punt waar drie zijden samenkomen steeds het midden vormt van het bodemvlak der aan de andere zijde van de raat gelegen cel. [N 63, 16b] II-6
fijne hagel fijne hagel: fīnə hōjəl (Opglabbeek) fijne hagel [sjrot, schrot] [N 22 (1963)] III-4-4
fijngebouwd fijn: fīn (Opglabbeek) Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c] I-9