| 17790 |
gevoelig (zijn) |
nog pijn doen:
mən (h)ant dēͅit mech noch pin (L416p Opglabbeek),
wee:
mən (h)ant dēͅit mech noch wie (L416p Opglabbeek)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
gəvərmt wéérə (L416p Opglabbeek)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 21439 |
geweer |
geweer:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.
gəwīēr (L416p Opglabbeek)
|
een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 19381 |
gewelf |
gewelf:
gǝwęlǝf (L416p Opglabbeek)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.]
II-9
|
| 23377 |
gewelfschildering |
muurschildering:
moersjillering (L416p Opglabbeek)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23987 |
geweten |
geweten:
op mien gewīētə (L416p Opglabbeek)
|
Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 18131 |
gewond |
omgeslagen:
ōēmgəsláágə (L416p Opglabbeek)
|
Ongeluk: door een misgreep, door vallen gekwetst worden (paret). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spøri (L416p Opglabbeek),
spęrx (L416p Opglabbeek)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
| 17564 |
gewricht |
gewricht:
gevrext (L416p Opglabbeek),
gəvrecht (L416p Opglabbeek)
|
gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] || hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 21771 |
gezegde |
waarheid:
geen verschil vr. 16, 17, 18, 19
woarheid (L416p Opglabbeek)
|
Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "een vrolijke Frans", "met hart en ziel",...? [gezegde] [N 102 (1998)]
III-3-1
|