e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkportaal portaal (<oudfr.): portaal (Opglabbeek) Het portaal van de kerk [kerkhal]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkraam kerkvenster: kerikvinster (Opglabbeek) Een kerkraam. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkramen kerkvensters: kerikvinsters (Opglabbeek) De kerkramen meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerktoren toren: tuure (Opglabbeek) De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkuil kerkuil: keͅrkil (Opglabbeek), körki-jl (Opglabbeek) kerkuil || uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kermis kermis: k^ɛrməs (Opglabbeek), kERemes (Opglabbeek), m(tm)rgənesətk(tm)rməs (Opglabbeek) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kern jonge hoorn: jǫŋǝn ūǝrǝn (Opglabbeek) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kernhout hart: WBD/WLD  ’t hart (Opglabbeek), WBD/WLD ?  (tart) (Opglabbeek) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kers, zoete soorten kers: kiêrs (Opglabbeek) kers I-7
kersenpannenkoek kersenkoek: kīrsəkōk (Opglabbeek) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3