e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

Gevonden: 5774
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bandschort met borststuk borstscholk: borstsolək (Opglabbeek) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bandschuurmachine schuurmachine: šōrmǝšejn (Opglabbeek) Stationaire machine waarmee hout glad wordt geschuurd. De bandschuurmachine bestaat uit een lange band schuurpapier die over twee schijven loopt en door middel van een schuurblok tegen het daaronder op een beweegbare schuurtafel liggende werkstuk wordt gedrukt. Een afzuiginstallatie zorgt tijdens het schuren voor de afvoer van het stof. Zie ook afb. 62. [N 53, 149a; monogr.] II-12
bangerik grootse stinkerd: Syn. kale of griêtse stinker(d)  griêtse stinkerd (Opglabbeek), kale, een -: Syn. kale of griêtse stinker(d)  kale (Opglabbeek), schijter: Syn. kale of griêtse stinker(d)  sji-jter (Opglabbeek), schijterd: Syn. kale of griêtse stinker(d)  sji-jterd (Opglabbeek), schijtgat: Syn. sji-jter  sji-jtgaat (Opglabbeek), schijtkont: Syn. sji-jter  sji-jtkònt (Opglabbeek), schuwe zeiker: eine sjûwe zeiker (Opglabbeek) bangerik || een bang iemand III-1-4
bankbiljet briefje: ps. omgespeld volgens Frings.  brēfkə (Opglabbeek, ... ) bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)] III-3-1
baret patsje: peͅtskə (Opglabbeek) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barmsijs stompstaartje: stòmpstertsje (Opglabbeek) barmsijs III-4-1
barrevoets barvoets: berves (Opglabbeek, ... ), bevəs (Opglabbeek), bɛrvəs (Opglabbeek) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskyl (Opglabbeek), zwaardere gewichten te wegen  baskəl (Opglabbeek) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
basiliek basiliek (<lat.): basəlik (Opglabbeek) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
basterdsuiker potsuiker: potsòkker (Opglabbeek) fijne bruine suiker III-2-3