e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liniaal lat: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  lát (Opglabbeek), regel: ejnə rīgəl (Opglabbeek), rīēgel (Opglabbeek) een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] || Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)] III-3-1
linkerachterkwartier linkerachterdeem: leŋkǝraxtǝrdiǝm (Opglabbeek) Het kwartier van de uier links achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116b] I-11
linkerkant van het paard binnenkant: bɛnǝkant (Opglabbeek) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
linkervoorkwartier linkervoordeem: leŋkǝrvē̜rdiǝm (Opglabbeek) Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a] I-11
linnen, linnengoed lijwand: līvǝnt (Opglabbeek) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lip lip: ein lĭp (Opglabbeek), lep (Opglabbeek), lip (Opglabbeek, ... ) een lip [znd A1 (1940sq)] || lip [RND], [ZND m] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lis (alg.) lis: les (Opglabbeek), leͅs (Opglabbeek), ± lɛsə (Opglabbeek), wilde lis: wil lessen (Opglabbeek) lis [ZND 29 (1938)] || soorten lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispələ (Opglabbeek) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): lietanie (Opglabbeek), litanie (Opglabbeek) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken litteken: lettēͅikən (Opglabbeek) litteken [ZND 01u (1924)] III-1-2