33443 |
beschermstenen of -palen |
schampstenen:
šampstɛi̯n (L416p Opglabbeek)
|
Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f]
I-6
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
beschummeld (L416p Opglabbeek),
besjummeld (L416p Opglabbeek),
bəsjimməlt (L416p Opglabbeek)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
1a-m
meschiet (L416p Opglabbeek)
|
beschuit [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met muizenkeuteltjes:
bəšīət meͅt myzəkīətəlkəs (L416p Opglabbeek, ...
L416p Opglabbeek)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
besji-jtepap (L416p Opglabbeek),
bəšitəpap (L416p Opglabbeek),
luiwijverpap:
die kon het snelste klaargemaakt worden
leiwi-jverpap (L416p Opglabbeek)
|
benaming voor besji-jtepap (melk met beschuit) || melk met beschuit || Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
bellen:
bɛl (L416p Opglabbeek),
beren:
bīrǝ (L416p Opglabbeek),
bolletjes:
bɛlǝkǝs (L416p Opglabbeek)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
21013 |
bessenlikeur |
bratselaartje:
Een likeur van 19 graden en op basis van bosbessen en honing
Bratselèèrke (L416p Opglabbeek)
|
een streekdrank in Meeuwen-Gruitrode
III-2-3
|
21673 |
besteden |
besteden:
bəstijjə (L416p Opglabbeek),
uitgeven:
ūūtgéévə (L416p Opglabbeek)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
meien:
eeme meije (L416p Opglabbeek, ...
L416p Opglabbeek),
schenken:
sjinkə (L416p Opglabbeek),
šeŋkə (L416p Opglabbeek)
|
Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] || schenken [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1, III-3-2
|
22700 |
besteken: gelukwensen |
verjaardag wensen:
verjaordāāg winse (L416p Opglabbeek)
|
Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|