e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

Gevonden: 5774
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betonzand betonkiezel: bǝtuŋkīzǝl (Opglabbeek) Grove, kiezelachtige zandsoort die wordt gebruikt bij de bereiding van beton. 'Maaszand' was volgens de invuller uit L 316 een grove zandsoort. Zie ook het lemma 'Metselzand'. [N 30, 48] II-9
betrappen attraperen (<fr.): attrapēīre (Opglabbeek), attrapèren (Opglabbeek), uitkomen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  dó bən ig just bīē ūūtgəkūūmə (Opglabbeek) betrappen [ZND 32 (1939)] || een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)] III-3-1
betrekken (lucht) aanzetten: de lucht zet aan  də loͅxt set àn (Opglabbeek), er zit verandering in de lucht: d⁄r zit verànnering in ne lòcht (Opglabbeek), het schoon weer is uit: ⁄t sjōēn wéér is uut (Opglabbeek), overtrekken: loͅxt iəvərtreͅkt (Opglabbeek) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] || eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)] III-4-4
betten van een wonde baden: bĕiën (Opglabbeek), betten: batə (Opglabbeek) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beuk beukelenboom: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  bekelebuim (Opglabbeek) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beukennootje beukennootje: byekənīetjə (Opglabbeek) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3
beurs, overrijp murg: merg (Opglabbeek), meͅrg (Opglabbeek) overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevallen kopen: kuipə (Opglabbeek) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevend schudden met de huid rij(e)ren: rii̯ǝrǝ (Opglabbeek) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevruchte ooi drachtig (bijvgl. nmw.): draxtex (Opglabbeek) [N 77, 35] I-12