e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichtgeraakt, kregel krikkel: ook materiaal znd 28, 49  krĕkəl (Opgrimbie) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: booekenwoord  let (Opgrimbie) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje liedje: lēšə (Opgrimbie), altijd verkleind  lēšə (Opgrimbie) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: lēšəs (Opgrimbie) Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] III-3-2
liefde liefde: lēvdə (Opgrimbie) Liefde. [ZND 01 (1922)] III-3-1
liefkozen kozen: kōͅzə (Opgrimbie) liefkozen [ZND 01 (1922)] III-1-4
liegen liegen: lē:gə (Opgrimbie), lēgə (Opgrimbie) liegen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies lies: lēs (Opgrimbie) Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12
lieveheersbeestje molenpaardje: meulepaertsje (Opgrimbie), ook in ZND 16, 006  mø̄ləpēͅrtšə (Opgrimbie) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [ZND 05 (1924)] III-4-2
liggen liggen: legə (Opgrimbie, ... ) liggen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)] III-1-2